woensdag 3 november 2010

Observatie woesdag (03-11-2010) 1e t/m 3e uur

Woensdag 03-10-2010 observatie
1e en 2e: 5V4, 3e: 2A1

Wat neem ik mee?

Allereerst dat het heel erg leuk was om te zien hoe mijn 5V beeldend werkt. Tot nu toe heb ik ze alleen theorieles gegeven. Ik merk dat er binnen de beeldend lessen meer ruimte is om ze individueel te leren kennen. Het was fijn om de leerlingen persoonlijk te spreken en te ontdekken wat ze fascinerend vinden maar ook waar ze tegen aan lopen. Ik voel dat ik als docent meer tussen de leerlingen kom te staan. Dat voelt goed.

De schetsfase is moeilijk voor leerlingen. Ik vroeg een aantal leerlingen waarom ze het moeilijk vonden. Ik kreeg een aantal mooie reacties die ik wil delen...
  • Ik wil niet allemaal voorstudies maken die ik toch zeker weten niet ga uitvoeren.
  • Ik vind het heel erg moeilijk om de ideeĆ«n die in mijn hoofd zitten op papier te zetten.
  • Ik weet niet hoe ik de bedachte constructie 3D moet tekenen.
Er waren ook een aantal leerlingen die geen moeite hadden met het maken van voorstudies maar nu op het punt waren dat ze moesten beginnen aan het eind- werkstuk en ze op dat punt vast liepen. Ik vroeg aan die leerlingen waarom ze het moeilijk vonden om aan een eind- werkstuk te beginnen. Ik kreeg de volgende reacties...
  • De opdracht geeft zoveel vrijheid dat ik niet meer weet wat ik moet doen.
  • In de voorstudies kan ik lekker knutselen en dan voel ik mezelf wel vrij. Maar een eind- werkstuk moet goed.
  • Een eind- werkstuk wordt zwaar beoordeeld. Voorstudies tellen totaal niet zwaar.
  • Ik heb er geen zin in. Ik ben moe.
  • Mijn ontwerp staat in mijn dummy en licht thuis.
  • Ik weet niet of mijn idee wel uitvoerbaar is. Ik denk het dus niet dus ja ik zit vast.

Met een leerling raakte ik in gesprek over de samenhang van vorm/ inhoud/ functie van een kunstwerk. Ik vroeg hem waar vanuit hij begint met werken. Hij gaf aan te denken vanuit vorm. Ik vroeg hem waarom hij niet vanuit functie dacht. Hij zei dat hij dat zag als een beperking. Ik gaf aan dat een beperking ook heel goed kan zijn omdat grenzeloosheid vaak heel moeilijk is om mee te werken. Daar was de leerling het mee eens. Ik vroeg hem of hij een werk kon bedenken dat niet goed zou zijn bij de opdracht die voor hem lag. Hij zei dat het inderdaad wel een hele vrije opdracht was. Bijna alles zou goed kunnen zijn.
Boeiend onderwerp, vond ik. Wat zijn de opdracht- eisen? Hoe kan vrijheid je beperken? In hoeverre is beperking juist een uitdaging?

3e uur 2A1

  • Leerlingen vragen om bevestiging. Mevrouw is dit zo goed?
  • De docent maakte een PowerPoint voor deze les. Iedere pagina van de PowerPoint vertelde een volgende stap voor het maken van een portret. Het werd lastig toen sommige leerlingen naar stap 3 wilde en anderen nog bij stap 2 waren. Hoe kun je dit probleem oplossen? Iedereen een informatieblad. Nu bleek dat de leerlingen die ook hadden maar een deel had het niet bij zich.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten