Lesinhoud docent
Klassieke Mythologie: De klassieke mythologie is letterlijk de kennis van de Oude Griekse en Romeinse mythen en sagen. Dit zijn verhalen over helden, goden, halfgoden en de interactie met goden en gewone mensen. De mythologie gaf verklaringen voor het onverklaarbare, voor het ontstaan van de wereld, de hemellichamen, de mensen, de goden en de natuurverschijnselen. Een mythe vertelt over de daden van goden en halfgoden. De oude Grieken en Romeinen geloofden dat er veel verschillende goden en andere mythische wezens bestonden. Wat voor ons nu mythologie is, was in de tijd van de Klassieken religie.
La Primavera –
Sandro Botticelli 1478
La Primavera
Gemaakt in opdracht van Lorenzo di Pierfrancesso de’ Medici uit Florance: rijke bankiersfamilie met veel macht en aanzien.
Inhoud
Belangrijk aspect: het onderwerp: mythologische figuren: worden personificatiesdie ieder een bijzondere betekenis met zich mee dragen. Je moet specifieke kennis bezitten om boodschap te begrijpen.
La Primavera : diverse mythologische figuren (personificaties) samen afbeelden: compositie vertelt verhaal: vele interpretaties van een boodschap.= allegorische betekenis!
Maker/ Bedenker compositie (inhoud) onduidelijk: mogelijke samenwerking met een filosoof: door specifieke kennis over mythologie: boodschap wordt verpakt: moeilijker te ontdekken.
Vorm
La Primavera: 203 x 315 cm: betoverende kwaliteit : formaat voorheen bestemd voor godsdienstige schilderijen.
Functie
Geschilderd als huwelijkscadeau voor een achterneef.
Schilderij niet gemaakt om tentoon te stellen, maar om op te hangen in huis. Om te genieten van (nieuwe) schoonheid en diepere betekenis (kennis!)
La Primavera Sandro Botticelli 1478
Grotere mythologsiche schilderijen gemaakt in de vijftiende eeuw stonden bekend om hun betoverende kwaliteiten. Het schilderij La Primavera is er het vroegste voorbeeld van.
Waardoor werd men betoverd?
Het betoveren was te danken aan diverse elementen. Een zeer belangrijk punt was het onderwerp op het schilderij afgebeeld. Mythologische figuren hebben ieder een specifieke betekenis die men, de hogere klasse, in de vijftiende eeuw kende. Door diverse mythologische figuren samen af te beelden ontstond er een verhaal, vaak met een specifieke boodschap. Ook werden er in sommige schilderijen scènes afgebeeld uit mythologische verhalen. In La Primavera is er gekozen voor de eerste variant, het samenbrengen van diverse mythologische figuren op een schilderij.
Naast de diverse mythologische figuren op het schilderij was er ook een ander bijzonder aspect aan dit werk te ontdekken, namelijk het formaat. La Primavera is 203 x 315 cm een formaat dat voorheen alleen bestemd was voor godsdienstige schilderijen. Hierin is een verandering te zien. Waarom was het nu mogelijk om niet-godsdienstige schilderijen op dit formaat te schilderen? .................
Op welke manier worden de mythologische figuren toegepast in La Primavera?
Dit is geen voorstelling van een specifiek verhaal uit de mythologie, maar een compositie waarin diverse mythologische figuren te onderscheiden zijn. Venus staat in het midden, Cupido zweeft boven haar. Links is Mercurius te zien, altijd te herkennen aan de vleugels aan zijn schoenen en staf met twee slangen. De drie ‘naakte’ vrouwen zijn de drie Gratiën. Flora, de godin van de bloemen is het figuur in het bloemen gewaad. Rechts is een tafereel te zien waarin de Westenwind, Zephyrus de aardsnimf Chloris probeert mee te nemen. Zoals eerder geschreven is dit voorbeeld geen specifiek mythologisch verhaal. Dat is daarom ook precies de reden dat er over La Primavera vele verhalen de ronde gaan betreffende de betekenis van dit schilderij. Om überhaupt een betekenis/boodschap uit dit verhaal te kunnen filteren is het van belang te weten wie er afgebeeld worden. Aangezien dit voorbeeld een van de eerste is in zijn onderwerp werd het steeds belangrijk gevonden door de hogere klassen om kennis te hebben van de mythologie. Aan het hof werd in alle kunstdisciplines steeds vaker gerefereerd naar de mythologie.
Wat is de achtergrond voor het maken van dit schilderij? La Primavera is geschilderd voor Lorenzo di Pierfrancesso de’ Medici om als huwelijkscadeau te geven aan een achterneef. Botticelli werkte vaker voor het hof van de’Midici, een rijke familie uit Florance. Er wordt verondersteld dat Botticelli voor het maken dit werk heeft samengewerkt met een filosoof.....,die ook werkte aan het hof van de’ Medici. Men heeft deze overtuiging, omdat filosofen een bredere kennis hadden over de mythologie dan de meeste schilders. Om een bepaalde boodschap op de juiste manier te componeren werd de kennis van een filosoof geraadpleegd. In de vijftiende eeuw ontwikkelde een stroming waarin mythologische verhalen, astrologie en christelijke moraalfilosofie tezamen werden gebruik om duidelijke boodschappen over te brengen. Filosofen hadden veel kennis van deze leer. Of een dergelijke samenwerking daadwerkelijk is toegepast bij La Primavera is niet met alle zekerheid te zeggen.
La Primavera is geschilderd door Sandro Botticelli in 1478 in opdracht van Lorenzo di Pierfrancesso de’ Medici uit Florance. De de’Medici familie was in deze periode een rijke bankiers familie met veel macht en aanzien.
Inhoud
Een zeer belangrijk aspect in dit werk is het onderwerp dat op het schilderij wordt afgebeeld. Er zijn mythologische figuren te zien, figuren die ieder een bijzondere betekenis met zich mee dragen. Om te begrijpen wat er wordt afgebeeld moest je specifieke kennis bezitten, de hogere burger klasse in de vijftiende eeuw hoorde deze betekenissen te kennen.
Door diverse mythologische figuren samen af te beelden in een compositie ontstond er een verhaal, vaak met een specifieke boodschap. Ook werden er in sommige schilderijen scènes afgebeeld uit mythologische verhalen. In La Primavera is er gekozen voor de eerste variant, het samenbrengen van diverse mythologische figuren op een schilderij. De boodschap die deze figuren samen vertellen is niet op schrift herleidt, daardoor doen vele interpretaties de ronde.
Aangezien iedere mythologische figuur een specifieke betekenis bezit is het mogelijk om een deel van het verhaal te begrijpen door te herleiden wie er geschilderd zijn. Venus staat in het midden, Cupido zweeft boven haar. Deze twee figuren staan symbool voor de liefde. Links is Mercurius te zien, altijd te herkennen aan de vleugels aan zijn schoenen en staf met twee slangen. De drie ‘naakte’ vrouwen zijn de drie Gratiën. Flora, de godin van de bloemen is het figuur in het bloemen gewaad. De vele bloemen die te zien zijn op het schilderij refereren aan Flora. Dit doet ons vermoeden dat zij de centrale figuur is in dit werk. Rechts is een tafereel te zien waarin de Westenwind, Zephyrus , de aardsnimf Chloris probeert mee te nemen. Een vrij angstig beeld in vergelijking met de andere figuren op het schilderij.
Vorm
Grotere mythologische schilderijen gemaakt in de vijftiende eeuw stonden bekend om hun betoverende kwaliteiten. Het schilderij La Primavera is er het vroegste voorbeeld van. Met het betoveren doelde men ondermeer op het formaat van La Primavera dit is 203 x 315 cm. Een formaat dat voorheen alleen bestemd was voor godsdienstige schilderijen. Waarom was het nu mogelijk om niet-godsdienstige schilderijen op dit formaat te schilderen?
De vraag wie de compositie van dit werk gemaakt heeft is onduidelijk. Een compositie van een schilderij is een heel belangrijk aspect. Dit geeft namelijk het verhaal van de schilder weer. Aangezien men veel kennis van de mythologie moest bezitten voor het maken van een dergelijk werk werd er in sommige gevallen samengewerkt met een filosoof. Deze was dan ook in dienst van het betreffende hof. De mogelijkheid dat Botticelli heeft samengewerkt met een filosoof is aanwezig, omdat dit werk een verzameling van diverse mythologische figuren is. Een complexe taak om hierin een boodschap te wikkelen.
Zoals eerder geschreven hebben alle mythologische figuren bepaalde attributen of kleding aan zodat zij herkent worden. Het was van belang dat je als kunstenaar dus kennis had over deze leer. Hierin is een ontwikkeling te zien dat een schilder niet alleen schilderde maar daarbij extra kennis nodig had om te kunnen voldoen aan de vraag van het hof. In de jaren die volgen is te zien dat een kunstenaar zich ontwikkeld tot genie, een persoon met kennis op diverse aspecten.
Functie
La Primavera is geschilderd in opdracht van Lorenzo di Pierfrancesso de’ Medici om als huwelijkscadeau te geven aan een achterneef. Het schilderij is in origine niet gemaakt om tentoon te stellen, maar om op te hangen in huis. Het verhaal gaat dat dit schilderij jaren lang in de slaapkamer van het bruidspaar heeft gehangen.
Een bijzonder gegeven, omdat dit schilderij op groot formaat is geschilderd. Voorheen werden deze formaten gebruikt voor kerkelijke schilderijen, met als doel de burgers Bijbelse verhalen te vertellen. Schilderijen voor een groot publiek. La Primavera is gemaakt voor een klein publiek, namelijk het bruidspaar. De vraag blijft: Waarom dit formaat voor een niet kerkelijk schilderij? Er is een aanknopingspunt te vinden in de grote tapisserieën die voornamelijk in Frankrijk gemaakt werden. In hoven hingen wandbedekkende tapijten aan de muren met afbeeldingen van onder andere mythologische verhalen. Men verklaart het formaat van La Primavera weleens door te zeggen dat Lorenzo di Pierfrancesso de’Medici een goedkope versie van een wandtapijt cadeau wilde geven.
Verwante mythologische hofkunstwerken
Celline, Zoutvat voor Frans 1, 1539-42
Humanisme
In de veertiende eeuw ontstond in Italië een intellectuele stroming die streefde naar geestelijk zelfstandige ontplooiïng van de mens: het humanisme. De klassieke cultuur van de oude Grieken en Romeinen was het voorbeeld. Men ging ervan uit dat medemenselijkheid de grondslag was van de beschaving en dat ieder mens zijn verantwoordelijkheid moest kennen ten opzichte van zichzelf en de samenleving. De humanistische ideeën verspreidden zich in de vijftiende en zestiende eeuw over West-Europa.
Uit het humanisme kwam in het veertiende-eeuwse Italië een nieuwe stroming voort: de Renaissance (letterlijk: wedergeboorte). Geleerden en kunstenaars van deze beweging wilden concurreren met de prestaties uit de oudheid en die van de humanisten. Via Frankrijk kwamen hun ideeën in de zestiende eeuw naar de Nederlanden en in de zeventiende eeuw bereikte de Renaissance hier haar hoogtepunt. Schilders en schrijvers namen klassiek en humanistisch werk als voorbeeld en probeerden het te evenaren of te overtreffen. Veel kunstwerken uit die tijd hebben een onderwerp uit de oudheid. (digischool)
Onder het hedendaagse humanisme wordt een levensbeschouwing verstaan die de mens centraal stelt en uitgaat van de waarde van de mens (Latijn: humanus = 'menselijk').[1] Tijdens de renaissance waren er veel geleerden die pas in de 19e eeuw "humanisten" werden genoemd. Dit woord werd afgeleid van het Italiaanse umanista = "docent Latijnse letteren" of humaniora. Deze geleerden meenden dat door een vernieuwde studie van de Griekse en Romeinse klassieken de westerse beschaving tot op haar bronnen kon worden teruggevoerd. In deze oudste betekenis is het humanisme een historisch fenomeen. Als levensbeschouwing ziet het hedendaagse humanisme zichzelf als de erfgenaam van een verandering van het wereldbeeld die door de renaissance-humanisten werd ingezet, zowel op intellectueel als op religieus terrein. De invloed van zijn humanitaire en seculiere gedachtegoed op het socialisme en het liberalisme is groot, terwijl het humanisme zelf als georganiseerde levensbeschouwing geen grote aanhang heeft. Recent onderzoek wijst uit dat ruim een half miljoen Nederlanders, zich herkent in de humanistische levensbeschouwing.
Het moderne humanisme zoekt zijn geestverwanten tot ver in de klassieke oudheid. In de Griekse Oudheid waren er al denkers die humanistische trekken vertoonden. Eén daarvan was Socrates. Socrates (470-399 v.Chr.) was de eerste van de drie invloedrijkste filosofen (naast Plato en Aristoteles). Hij vond het heel belangrijk dat mensen zelf nadachten over het leven. Volgens hem moet je steeds vragen durven stellen bij alles wat je tegenkomt in de werkelijkheid. Vertrouwen op je eigen verstand is daarbij belangrijker dan geloof in god of goden. Voor die laatste opvatting werd hij aangeklaagd en ter dood veroordeeld.
In de 14e eeuw kregen enkele Italiaanse wetenschappers belangstelling voor de Klassieke Oudheid. Zij meenden dat de beschaving in de klassieke letteren een hoogtepunt had bereikt en stelden zich als eerste doel het middeleeuwse kerklatijn dat voor het uitdragen van het geloof werd gehanteerd te bestrijden, door terug te keren tot de oorspronkelijke bronnen. Ook hechtten ze belang aan het zelf interpreteren van het geloof en waren ze kritisch op dogmatische vormen van religiositeit. Renaissance-humanisten waren zeker geen atheïsten; menselijke zelfontplooiing en religie gingen voor hen samen. Hoewel de renaissance-humanisten zeker niet allemaal hetzelfde dachten, kan gezegd worden dat ze allen de nadruk legden op de waardigheid van de mens, op ontwikkeling en vorming, op het belang van het individu en een afkeer hadden van dogmatiek. Nieuwe denkbeelden maakten zich los van enkele vroeg-christelijke dogma's, maar bleven op christelijke leest geschoeid. Renaissance-humanisten waren overwegend vrij praktisch georiënteerd. Ze hielden zich bezig met levensvragen en alledaagse thema's. Hoewel Matteo Palmieri niet één van de belangrijkste humanisten was, geeft zijn werk een duidelijk inzicht in het oordeel van de humanisten over de aan de renaissance voorafgaande periode. (wikipedia).
allegorie
Verbeelding van een abstract begrip. '
Allegorie en personificatie
Een allegorie is een voorstelling, die een abstract idee of begrip verbeeldt. Het is meestal een complex geheel van personen, dieren, dingen en handelingen. Een allegorie bevat vaak één of meer 'personificaties'. Bij een personificatie wordt een (meestal abstract) begrip door één persoon voorgesteld, zoals bijvoorbeeld 'Vrouwe Justitia' als personificatie van de gerechtigheid. Een personificatie is vaak een stilstaande figuur, terwijl in een allegorie juist meestal sprake is van een actie, een handeling. Vanaf de klassieke oudheid tot ver in de 19de eeuw werden allegorieën en personificaties veel gebruikt in de beeldende kunst, voor het uitbeelden van zeer uiteenlopende begrippen.
Liefde, verzet, schaamte
Geen opmerkingen:
Een reactie posten