2A1
Concentratie
Bij portret tekenen blijkt het voor leerlingen lastig te zijn zich te concentreren.
Leerlingen vinden het erg moeilijk om stil te blijven zitten.
Eén leerling, Wiebe heeft een slecht portret getekend. Klasgenoten lachen erom en zijn continu bezig om hem af te leiden. Ik vroeg aan Wiebe of hij vond dat zijn portret leek op de klasgenoot die hij wilde natekenen. Hij vond van niet. Ik vroeg hem hoe hij dacht zijn tekening te kunnen verbeteren. Hij gaf aan dat hij geen idee had. Ik gaf aan dat hij meer naar de schaduwen moest gaan kijken.
Wiebe vraagt zich af hoe hij schaduw dan moet tekenen. Ik zei dat hij het gezicht in vlakken moest gaan zien. De schaduwvlakjes zorgen er uiteindelijk voor dat ogen, oren neus en mond vanzelf ontstaan.
Een klasgenoot naast Wiebe mengt zich telkens in het gesprek met als gevolg dat Wiebe telkens afgeleid is. Ik zei tegen de leerling dat ik niet meer wilde dat hij zich in het gesprek zou mengen. Daarbij gaf ik aan dat het vervelend voor mij is als ik iets probeer uit te leggen dat er dan telkens iemand doorheen praat, dat het Wiebe's concentratie wegneemt en dat hij zelf niet geconcentreerd kan werken.
Ik merkte dat het hielp om aan te geven dat ik aan het einde van de les zou komen controleren wat Wiebe en zijn buurman hadden gedaan tijdens de les.
Controle blijkt een belangrijke motivatie voor sommige leerlingen.
Leerlingen vinden het moeilijk om haren te tekenen. Ik zag veel tekeningen waarin het haar als metaaldraad was getekend.
Leerlingen vinden het moeilijk om schetsmatig te tekenen. Ze zetten heel snel dikke zwarte lijnen op papier. Ik vond dat wel opvallend want Paul heeft regelmatig aangegeven dat ze dat niet moesten doen. Blijkbaar gaat dat voor een deel automatisch.
Ik vraag me af hoe je nog meer aandacht kan vestigen op het nut van dunne schetslijnen.
Heb je wat foto's van het werk en heb je er met je docent over gesproken?
BeantwoordenVerwijderenMooie verwondering van de week en ik kan op je blog.
Je schrijft heel levendig en betrokken over je ontwikkeling.