1. Hoe vond ik dat het ging?
Redelijk goed. In ieder geval beter dan de vorige les.
2 Wat wilde ik bereiken? (vakinhoudelijke doelen en persoonlijke doelen) en is dat gelukt? Wat heb ik gedaan om het te laten lukken?
- Mijn opdracht duidelijk en helder te formuleren en over te brengen naar mijn leerlingen.
Redelijk. Jammer dat de tekst van L'Orfeo niet beschikbaar was op papier voor leerlingen. Het is lastig om naar een gezongen tekst te luisteren zonder dat je die tekst mee kunt lezen. Ik had de tekst toe moeten voegen aan het materiaal voor de leerlingen.
Op sommige momenten was ik heel helder in mijn opdracht. Ik vroeg concreet aan een leerlingen of ze de tekst voor wilde lezen. Dat deden ze ook. Net als Paul was ik bang dat ze dat kinderachtig zouden vinden. Maar dat was totaal niet zo. Ze waren muisstil en deden goed mee. Wel was het lastig voor mij om beurten te geven. Ik vroeg me af of iedereen wel wilde voorlezen. Later zei Paul ook dat er leerlingen in de klas zitten met dyslexie. Deze leerlingen hadden dat heel erg gevonden. Gelukkig had ik de goede gekozen. Maar wel lastig kiezen als je de leerlingen nog niet zo goed kent.
- Veel aandacht besteden aan mijn lesvoorbereiding. Door eerder een concept voor een les in te leveren zodat ik eerder met de feedback aan de slag kan.
Redelijk gelukt. Ik heb veel tijd besteed aan mijn lesvoorbereiding. Toch kan het altijd beter. Ik denk dat ik nog betere vragen kan stellen aan Paul. Gerichte vragen over zaken waar ik niet uit kom.
- Duidelijke kaders aan te geven. Door leerlingen persoonlijk aan te spreken op gedrag.
Ja is wel redelijk gelukt. Kan nog krachtiger. Ik begon met een heldere start de les. Er was stilte. Ik gaf duidelijk aan dat ik alleen het woord wilde. Ik sprak twee jongens aan op hun irriterende gedrag. Daar luisterden ze naar. Tijdens het afspelen van het videofragment was werd er gepraat terwijl ik nadrukkelijk om stilte had gevraagt. Ik besloot toen het fragment op pauze te zetten om nadruk te leggen op mijn verzoek om stilte. Dat werkte goed.
- Antwoorden van leerlingen belangrijk te maken. Luisteren naar de antwoorden die leerlingen geven. Iets leren doen met de antwoorden die ik ontvang.
Dat kan beter. Ik deed te weinig met antwoorden. Sommige antwoorden waren niet verstaanbaar voor de hele klas. Helaas heb ik die niet herhaald. Dat had ik beter wel kunnen doen. Ik kon daar ook mooi gebruik van maken door accenten aan te geven in antwoorden die leerlingen gaven. Ook had ik soms meer door kunnen vragen. Paul gaf als tip mee om de antwoorden van leerlingen belangrijker te maken. Laat ze elkaar aanvullen en benadruk in het herhalen van antwoorden wat JIJ belangrijk vind.
Paul. Soms waren er geen bruggen tussen de onderdelen die je vertelde. Je gaat verder met het volgende deel zonder een afsluitende conclusie. Het is belangrijk dat je puntsgewijs korte conclusies geeft voor je verder gaat naar het volgende onderdeel.
- Wat ik kan doen als de chaos losbreekt in mijn hoofd en ik het gevoel heb dat ik de structuur niet meer kan terugpakken.
Ik merkte dat een goede voorbereiding een stuk scheelt. Door veel te weten van het onderwerp waar je over spreekt kun je sneller terugpakken. Vandaag viel de chaos wel mee. Eén moment overkwam de paniek me weer. Toen besloot ik ter plekke de vraag waar ik op dat moment niet mee om kon gaan over te slaan. Dat hielp me om rustig te blijven en zeker te blijven.
- Op mijn stem te letten en rustig te spreken.
Ik weet het eerlijk gezegd niet goed. Ik voelde mezelf wel rustiger voor de klas staan. Dat scheelt wel in hoe je spreekt. Ik merkte dat ik niet over woorden viel.
- Kleine stapjes vooruit in mijn ontwikkeling te zien en te waarderen.
Blijft lastig voor mij. Ik leg mijn lat hoog. Kon wel genieten van de rust die ik voelde terwijl ik voor de klas stond. Voor de les was ik erg gestrest. Ik merkte dat het naarmate ik er langer stond ik merkte dat ik rustiger werd. Ik kon helder vertellen. Ook het feit dat leerlingen luisterden naar mijn verzoek om voor te lezen, antwoorden te formuleren of stil te zijn was goed.
- Om te gaan met onzekere gevoelens als ik voor de klas sta.
Vandaag voelde ik me rustiger. Ik merk dat ik de leerlingen beter begin te kennen en dat me dat meer zekerheid geeft. Ook een betere voorbereiding geeft meer rust. Ook merkte ik dat het soms goed voor mij is om een muziek/ filmfragment in mijn les te bouwen of om leerlingen zelf aan de slag te zetten. Dan heb ik eventjes tijd om tot mezelf te komen. In die tijd kan ik even kijken of ik niets vergeet. Dat geeft mij meer zekerheid.
- De bronnen en opdrachten die ik leerlingen geef, zelf goed door te nemen en te voorkomen dat er dingen in die documenten voor mijzelf onduidelijk blijven.
Ja en nee. Ik kreeg een aantal muzikale termen van leerlingen als antwoord op een door mij gestelde vraag. Ik wist niet de betekenis ervan waardoor ik niets kon met de mooie antwoorden.
Overige feedbackDenk aan de logica van de dingen. Maak gebruik van een tijdsvolgorde. Je gaat bijvoorbeeld het begrip prima pratica en seconda pratica uitleggen. Dan begin je met seconda en dan prima. Dat was onduidelijk voor de leerlingen. Ze stelden er ook vragen over. De volgorde die je soms hebt in je verhaal is onlogisch en niet duidelijk. Doe het op een volgorde in tijd, dat helpt om je verhaal verhaal helder over te brengen. Als je leerlingen naar een muziekstuk laat luisteren waar de tekst en de uitspraak daarvan belangrijk is zorg er dan voor dat ze de tekst op papier hebben.Voer meer controle uit. Je geeft de leerlingen de opdracht om aantekeningen te maken. Controleer ook of dit gedaan wordt. Zeker bij leerlingen die het niet doen. Geef aan dat je werkelijk wil dat er iets op papier komt. Nu blijft de opdracht vrijblijvend. Goed dat je leerlingen beurten geeft en ze de tekst voor laat lezen.Goed dat je de functie van de opera naar voren haalt. Fijn dat je jezelf zekerder voelde. Probeer dan nu ook goed na te gaan hoe dat kwam. Wat kun je doen om je zekerder te voelen. Ik zag dat je er zelfverzekerder bij stond. Met twee voeten op de vloer iets uit elkaar. Recht overeind. Dat kun je nog meer benadrukken. Zorg dat je er echt staat. Goed dat je leerlingen aanspreekt op gedrag.