Beoordeling van de competenties stage bovenbouw
Hierbij vinden jullie een lijst met competenties die van belang zijn voor de stage bovenbouw. De lijst is bestemd voor de student en de mentor van de stageschool.
Doel van het invullen van de competenties is reflecteren op de ontwikkeling die is doorgemaakt tijdens de stage.
Dit betekent dat de student:
o in staat is om aan de hand van de competenties zijn ontwikkeling gedurende de stage, van begin tot einde, te beschrijven.
o aan de hand van voorbeelden zichtbaar maakt op welk niveau hij geëindigd is.
Aan het einde van de stage vult de student de competentielijst digitaal in en geeft er een beknopte toelichting op. In de toelichting wordt uitgelegd waaruit de competentie wel of niet blijkt.
Dan vult de mentor de lijst in en geeft een beknopte toelichting op de waargenomen ontwikkeling van competenties van de student en ondertekent de competentielijst. Bij het afsluitende gesprek met de mentor kan dit een leidraad zijn. Vervolgens stuurt de student de ingevulde competentielijst toe aan de stagebegeleiders van de opleiding.
Bij de beoordeling op de opleiding wordt de competentielijst gebruikt om de stage af te sluiten of om op basis van nog niet voldoende ontwikkelde competenties tot een passende vervolgactie te komen waarin de competenties alsnog aangetoond kunnen worden.
Bij iedere competentie vinden jullie een balk met vijf niveaus.
1 op de schaal betekent onvoldoende of nog niet competent,
2 betekent nog in ontwikkeling maar nog niet voldoende,
3 betekent voldoende, is startbekwaam,
4 goed en competent
5 op de schaal betekent zeer goed of excellent.
COMPETENTIES: stage bovenbouw
1 (Vak)didactisch vermogen en operationaliserend vermogen
1a. Inzetten van creërend vermogen
Ben je in staat om wat je geleerd hebt op het gebied van beeldend onderzoek, vormgeving en materiaal en technieken in te zetten voor het onderwijs?
1. 2. 3. X 4. 5.
Toelichting student op zijn ontwikkeling aan de hand van voorbeelden uit de stage:
Praktijk
De waarde van een proces en schetsen inzien, is belangrijk geweest in de beeldend lessen. Ik heb vooral in de individuele gesprekken tijdens de kunst beeldend lessen gebruik gemaakt van wat ik heb geleerd over onderzoek, vormgeving, materiaal en techniek.
Vaak probeerde ik leerlingen even vanuit een ander standpunt te laten kijken naar hun eigen werk. Door er een referentie van buitenaf bij te pakken of door het te hebben over materialen/ technieken.
Ik denk dat ik bewust en onbewust veel kennis en vaardigheden op het gebied van beeldend onderzoek, vormgeving en materiaal en technieken heb ingezet voor het onderwijs.
Een mooi voorbeeld uit mijn stage.
Jet, een meisje dat al vanaf het begin dat ze aan de grote ‘folly’ opdracht begon een schitterend idee had. Helemaal uitgedacht. Ze vond het heel erg moeilijk haar idee nog bij te stellen in de schetsfase. Ik vond het een uitdaging om te zien hoe er door het contact met mij in haar hoofd langzaam ruimte ontstond om haar idee te kunnen veranderen. Zo ontstond er een mooi proces.
1. 2. 3. 4. X 5.
Toelichting mentor:
Het is goed te zien dat je op het werk van de leerlingen individueel reageert met enthousiasme en tips.
Kun je begrippen, terminologie en beschouwingswijzen toepassen op beeldend werk van leerlingen?
1. 2. 3.x 4. 5.
Toelichting student op zijn ontwikkeling aan de hand van voorbeelden uit de stage:
Praktijk
Ik denk dat wel gelukt is. Zeker tijdens het beoordelen was ik bezig met beschouwingswijze en begrippen/ termen die in het werk terug kwamen.
Dan ben je duidelijk bezig met beschouwen en het zien en benoemen van begrippen en terminologie.
Ook tijdens individuele werkbesprekingen met leerlingen ben ik samen met de hen veel bezig geweest met het toepassen/ benoemen van begrippen, terminologie en beschouwingswijze.
1. 2. 3. 4.X 5.
Toelichting mentor:
Ben je op de hoogte van de eindtermen voor de kunstvakken en de methodes die hiervoor ontwikkeld zijn; welke rol spelen deze in het onderwijs dat je hebt gegeven?
1. 2. 3. X 4. 5.
Toelichting student op zijn ontwikkeling aan de hand van voorbeelden uit de stage:
Praktijk
Voldoende op de hoogte. Bij het maken van opdrachten voor kunst algemeen heb ik regelmatig gebruik gemaakt van oude examens. Uit de examens haalde ik een rode draad om mijn lessen over onderwerpen uit de kunstgeschiedenis vorm te geven. Ik heb veel gehad aan de oude examens. Vooral de examenkaternen die gaan over kunstdisciplines als theater en muziek waar ik zelf minder vanaf wist. Ook gebruikte ik de opdrachten uit oude examens in de opdracht die ik leerlingen tijdens mijn lessen liet maken.
1. 2. 3.X 4. 5.
Toelichting mentor:
Soms irriteert het jezelf dat je af en toe adequate kennis mist.
1 b. Inzetten van Kennis van kunst en cultuur
Beschik je over voldoende kennis over beeldende kunst en vormgeving, andere kunstdisciplines en de historische, sociaal maatschappelijke context van kunst en cultuur en/ of weet je deze adequaat te verwerven?
1. 2. 3.X 4. 5.
Toelichting student op zijn ontwikkeling aan de hand van voorbeelden uit de stage:
Kunstgeschiedenis/ kunstbeschouwing of kunst (algemeen)
Ik kan daar nog in groeien maar voor nu denk ik dat het voldoende is. Als het ging om kunstdisciplines buiten de beeldende kunst om merkte ik dat ik veel nieuwe kennis moest verwerven. Daardoor kan ik nu wel zeggen dat ik heel veel context van kunst en cultuur bij heb geleerd.
1. 2. 3.X 4. 5.
Toelichting mentor:
Al doende leert men! Je staat er voldoende voor open en er is zoveel.
Kun je kennis van begrippenen terminologie toepassen op concrete voorbeelden uit de verschillende kunstdisciplines?
1. 2. 3. X 4. 5.
Toelichting student op zijn ontwikkeling aan de hand van voorbeelden uit de stage:
Kunstgeschiedenis/ kunstbeschouwing of kunst (algemeen)
Soms. Soms vond ik het lastig om begrippen heel goed uit te leggen waardoor het ook moeilijker was om te toe te passen op concrete voorbeelden uit de verschillende kunstdisciplines. Het blok over het hof van Lodewijk XIV ging me een stuk beter af. Ik merkte dat ik daar meer voorkennis over had en dat het daarom ook gemakkelijker was om begrippen en terminologie toe te passen op concrete voorbeelden.
Zeker bij de kunstdisciplines waar ik minder in thuis was zoals muziek en theater vond ik het soms heel moeilijk om begrippen uit te leggen en toe te passen.
1. 2. 3. 4. X 5.
Toelichting mentor:
Wat betreft Beeldend Praktijk doe jij er genoeg aan. Kunst Algemeen moet nog meer vorm krijgen.
Ben je op de hoogte van de eindtermen voor de kunstvakken en de methodes die hiervoor ontwikkeld zijn en welke rol spelen deze in het onderwijs dat je hebt gegeven?
1. 2. 3.X 4. 5.
Toelichting student op zijn ontwikkeling aan de hand van voorbeelden uit de stage:
Kunstgeschiedenis/ kunstbeschouwing of kunst (algemeen)
De methode het ik aardig leren kennen (De Bespiegeling)
Met de eindetermen was ik niet zo erg bezig. Omdat ik 5 vwo had en niet 6 vwo. We zijn indirect al wel met examen bezig. Maar niet direct. Wel heb ik gekeken naar de vraagstelling in oude examens om die vragen te oefenen met betrekking tot onderwerpen die de afgelopen blokken heb behandeld.
1. 2. 3. X 4. 5.
Toelichting mentor:
1 c. Didactiek en operationalisering
Kun je vakinhoudelijke doelstellingen
• formuleren
• uitvoeren in de les
• inzetten bij beoordelingen
1. 2. 3. X 4. 5.
Toelichting student op zijn ontwikkeling aan de hand van voorbeelden uit de stage:
Praktijk
In mijn stageperiode heb ik geleerd om vakinhoudelijke doelstellingen te formuleren, uit te voeren en in te zetten bij beoordelingen. In de praktijklessen blijk ik daar sterker in te zijn dan in de theorielessen.
Toelichting student op zijn ontwikkeling aan de hand van voorbeelden uit de stage:
Kunstgeschiedenis/ kunstbeschouwing of kunst (algemeen)
Ik merk dat ik het soms erg lastig vind om duidelijke doelstellingen te formuleren in het vak kunst algemeen.
Omdat ik van disciplines als muziek, dans en theater niet zoveel voorkennis had was ik vaak heel veel aan het inlezen. Daardoor raakte ik breed geïnformeerd over één bepaald onderwerp. Soms vond ik het moeilijk om vanuit deze informatie heldere vakinhoudelijke doelstellingen te formuleren. Bij de discipline beeldend was dat beter te doen. Ik merkte dat ik daar meer ervaring mee had. Dat ik vaker doelstellingen heb moeten formuleren over bepaalde stof.
Voorbeeld.
Ik had een opdracht gemaakt over de genre- schilderkunst uit de 17e eeuw. De doelstellingen waren verweven in de vraagstelling in de opdracht. Leerlingen zijn met internet en literatuur aan de slag geweest om de vragen te beantwoorden.
Vervolgens keek ik het ingeleverde werk na. Ik vond het erg lastig om te bepalen of de vakinhoudelijke doelstelling, die ik op het oog had met de opdracht, was behaald.
Ik betwijfel dan ook of ik de doelstelling op de juiste manier in de vragen had verwerkt.
1. 2. 3. X 4. 5.
Toelichting mentor:
praktijk
Kunstgeschiedenis/ kunstbeschouwing of kunst (algemeen)
Je bereidt je gedegen voor! Kost veel energie en tijd omdat je perfectie nastreeft.
Kun je lessen:
• structureren
• plannen in tijd
• organiseren
1. 2. X 3. 4. 5.
Toelichting student op zijn ontwikkeling aan de hand van voorbeelden uit de stage:
Praktijk
Ik kan nog veel leren op het terrein van structureren, plannen en organiseren. Ik vond het heel erg moeilijk om een goede lesvoorbereiding te maken. Tijdens mijn lessen kwam ik vaak voor verrassingen te staan die ik al in mijn lesvoorbereiding had moeten voorbereiden. Ik vind het heel moeilijk om te structureren, tijdsplanning voor mijzelf en voor de leerlingen maken lukte mij vaak niet. Ik heb zelf namelijk geen tijdslijn in mijn hoofd. Ik vind het heel moeilijk om in te schatten hoeveel tijd bepaalde handelingen innemen. Als ik al geen schema heb kan ik het ook niet aan de leerlingen geven.
Ik vind plannen en structureren in alle dingen van het leven moeilijk. In mijn lessen wist ik mij soms geen raad. Er moest dan zoveel gebeuren ter voorbereiding dat ik af en toe niet wist waar ik moest beginnen.
Wat me tijdens beeldend hielp was een vooraf gemaakte opdracht met een planning. Het was heel veel werk om het goed in elkaar te zetten. Maar ik heb er erg veel structuur voor terug gekregen tijdens de lessen. Leerlingen hebben zelf het schema, de planning, alle opdrachten enz. Ik geef op dat moment een verantwoordelijkheid van structuur aan hen. Ze moeten zelf binnen de planning blijven. Ik merkte wel dat ik het lastig vond om de planning aan te houden. Van te voren leken dingen meer of minder tijd te kosten dan in de praktijk bleek. Daar heb ik dan ook weer van geleerd.
Dit is een gebied waar ik nog veel uitdagingen zie liggen. Hoe kan ik plannen en structureren voor mijzelf makkelijker maken. Wat zijn handvaten voor mij die ik nodig heb om een goede lesvoorbereiding te maken? Hoe kan ik een uit de hand gelopen planning of structuur weer terug pakken? Hoe kunnen leerlingen voor mij een structuur of planning maken. Welke kaders moet ik voor mij en voor de leerlingen maken zodat het voor mij makkelijker wordt het overzicht te bewaren?
Toelichting student op zijn ontwikkeling aan de hand van voorbeelden uit de stage:
Kunstgeschiedenis/ kunstbeschouwing of kunst (algemeen)
Ik denk wel dat ik manieren heb geprobeerd om zelf meer structuur en overzicht te krijgen binnen de les. Bijvoorbeeld door leerlingen in groepen aan een presentatie te werken en ze de opdracht te geven om tijdens de presentaties elkaar te beoordelen. Ik geef een stukje structuur aan waarbinnen mooie dingen gebeurde. Het was mooi om te zien hoe leerlingen een stukje structuur maken met elkaar.
1. 2. X 3. X 4. 5.
Toelichting mentor:
praktijk
Toelichting mentor:
Kunstgeschiedenis/ kunstbeschouwing of kunst (algemeen)
Structureren en plannen is niet je sterkste kant. Kan strakker.
1. 2. 3. 4. 5.
Kun je in lessen op een adequate manier een relatie leggen tussen maken en beschouwen?
1. 2. 3. X 4.X 5.
Toelichting student op zijn ontwikkeling aan de hand van voorbeelden uit de stage:
Zeker tijdens de Kunst Beeldend lessen heb ik veel referenties gegeven aan de leerlingen. Vaak keek ik individueel met een leerling naar wat hij/ zij gemaakt had maar ook naar de referenties die ik aanbood. Ik denk dat ik op een adequate manier een relatie wist te leggen tussen maken en beschouwen. Door met een leerling tijd te nemen om er naar te kijken. Maar ook door klasgenoten te betrekken bij het werk van een klasgenoot. Ik vroeg ze om een top en een tip te geven over het werk van de ander.
Ook in de gesprekken met leerlingen tijdens de beoordelingsweek over het werk dat ze hadden gemaakt was goed.
1. 2. 3. X 4. X 5.
Toelichting mentor:
Je bent er doelgericht mee bezig.
Maak je bewust gebruik van verschillende werkvormen en zet je deze adequaat in?
1. 2. 3.X 4. 5.
Toelichting student op zijn ontwikkeling aan de hand van voorbeelden uit de stage:
Praktijk
Verschillende werkvormen. Minder gebruik van gemaakt. Iedere leerling maakte een eigen proces door.
Toelichting student op zijn ontwikkeling aan de hand van voorbeelden uit de stage:
Kunstgeschiedenis/ kunstbeschouwing of kunst (algemeen)
Veel verschillende dingen uitgeprobeerd. Klassikaal lesgeven/ onderwijs- leer gesprek. Leerlingen doormiddel van samenwerken in groepen van vier leerlingen een opdracht te laten maken en een presentatie te laten voorbereiden. Daarbij maakte de leerlingen gebruik van literatuur en internet bronnen. Leerlingen zelfstandig laten werken aan een opdracht. Elo opdrachten. Film opdrachten.
1. 2. 3. X 4. 5.
Toelichting mentor:
praktijk
Kunstgeschiedenis/ kunstbeschouwing of kunst (algemeen)
Je hebt ‘taken’ opgekregen die redelijk ‘vast’ lagen maar je had zelf wat meer alternatieven kunnen voorstellen.
Kun je op adequate wijze materialen, gereedschappen en technieken inzetten?
1. 2. 3.X 4. 5.
Toelichting student aan de hand van voorbeelden uit de stage:
praktijk
Soms bleek dat nog wel lastig. Zeker het werken met hout en metaal. Machine en gereedschapgebruik is waar ik veel in geleerd heb. Van Paul maar ook zeker net zoveel van de leerlingen zelf. Hoe buig je plexiglas? Hoe maak je houtverbindingen? Ik denk dat ik het meeste heb geleerd door gewoon met de leerlingen aan de slag te zijn. En ook doordat leerlingen bepaalde ideeën hebben en die willen gaan uitvoeren. Dan sloeg ik aan het denken over de mogelijkheden. Dat was erg leuk.
Ik denk wel dat ik de kennis die ik had van materialen, gereedschappen en technieken heb ingezet.
1. 2. 3. 4. X 5.
Toelichting mentor:
Geen probleem.
Zet je op adequate wijze apparatuur in en weet je bij problemen met apparatuur voor een alternatief te zorgen?
1. 2. 3.X 4. 5.
Toelichting student aan de hand van voorbeelden uit de stage:
Kunstgeschiedenis/ kunstbeschouwing of kunst (algemeen)
Ik denk dat ik daar wel toe in staat ben. Ik had weinig problemen met apparatuur tijdens mijn stage.
1. 2. 3. X 4. 5.
Toelichting mentor:
Houd je rekening met het niveau van de leerlingen met betrekking tot:
• schooltype,
• leeftijd,
• vakinhoud
• taalgebruik
1. 2. 3. 4. 5.
Toelichting student op zijn ontwikkeling aan de hand van voorbeelden uit de stage:
Praktijk
Ik denk dat ik in de praktijk uren veel rekening hield met het individuele niveau van de leerling. Ik begeleidde individueel. Het was mooi om de persoonlijke ontwikkelingen te zien. Sommige leerlingen hadden extra uitdaging nodig anderen bevestiging. Anderen moesten los komen van vastzittende ideeën in hun hoofd.
Toelichting student op zijn ontwikkeling aan de hand van voorbeelden uit de stage:
Kunstgeschiedenis/ kunstbeschouwing of kunst (algemeen)
In het vak kunst algemeen heb ik minder rekening gehouden met het persoonlijk niveau van de leerling. Omdat ik daar meer klassikaal les gaf was dat anders. Ik denk dat ik qua taalgebruik soms best moeilijke termen gebruikte en ze te weinig heb uitgelegd.
Taalgebruik was soms erg academisch denk ik achteraf. Het was wel mooi om te ervaren dat leerlingen willen weten wat je met die moeilijke woorden bedoelt. Ze stelde vragen waardoor ik opmerkte dat ik bepaalde woorden niet goed had uitgelegd. Door de vragen te beantwoorden gaf ik als nog een uitleg aan de woorden.
1. 2. 3. X 4. X 5.
Toelichting mentor:
Praktijk
Heel goed.
Kunstgeschiedenis/ kunstbeschouwing of kunst (algemeen)
Af en toe twijfelend, onzeker. Je kan meer ‘durven’ en deskundigheid neerzetten.
2. Pedagogisch vermogen
Reageer je adequaat op gedrag van leerlingen?
1. 2. 3.x 4. 5.
Toelichting student op zijn ontwikkeling aan de hand van voorbeelden uit de stage:
Soms. Ik zag het gedrag in ieder geval wel altijd. Maar ik reageerde niet altijd op de beste manier.
Ik kan op dit punt groeien.
Van de leerlingen kreeg ik ook reacties als: je mag best wat strenger zijn, neem meer leiding, straal meer uit dat je de baas bent.
Soms liet ik storend gedrag van leerlingen door gaan. Ik was niet altijd consequent.
Ik zou graag nog sterker willen worden in het adequaat reageren op gedrag van leerlingen.
1. 2. 3. X 4. X 5.
Toelichting mentor:
Neiging tot te aardig blijven. De laatste periode werd je sterker.
Signaleer je probleemgedrag van individuele leerlingen en hoe maak je dit bespreekbaar?
1. 2. 3. X 4. 5.
Toelichting student op zijn ontwikkeling aan de hand van voorbeelden uit de stage:
Ik signaleer het zeker. En ben het me in de meeste gevallen wel bewust. Ik ga er niet altijd even goed mee om. Ik zou soms wat krachtiger kunnen zijn in het aangeven van grenzen.
Als het gaat om problemen... in het uitvoeren van opdrachten van leerlingen... concentratie... slapen in de les... en ander bijzonder gedrag... moet ik zeggen dat ik het opmerkte. Aan sommige leerlingen heb ik vragen gesteld om een beetje te weten waarom ze bepaald gedrag vertonen. Ik probleemgedrag bespreekbaar gemaakt. Soms vond ik dat wel moeilijk want je hebt daar een vertrouwensband voor nodig. En ik ken de leerlingen nog niet lang.
1. 2. 3. X 4. 5.
Toelichting mentor:
Af en toe te afwachtend.
Weet je goed contact te maken met je leerlingen en creëer je een prettige werksfeer?
1. 2. 3.X 4. 5.
Toelichting student op zijn ontwikkeling aan de hand van voorbeelden uit de stage:
Zelf vond ik de sfeer heel prettig. De leerlingen waren over het algemeen creatief aan de slag. Ook stelde ze vragen en gaven ze elkaar onderling veel tips. Ook was er tijdens mijn les vaak ruimte voor een persoonlijk gesprekje met de leerlingen. Zo hoorde ik over hobby’s, vrienden, thuissituatie, broers, zussen, verliefdheid, uitgaan enz. Dit was heel gezellig.
Maar ook de persoonlijke fascinatie van leerlingen sprak me erg aan. Ik merk dat ik graag meer wil weten over wat ze mooi vinden, waar ze van genieten en wat ze bezig houdt. Tijdens de kunst beeldend lessen was daar voor mijn gevoel meer tijd en aansluiting voor.
1. 2. 3. 4. X 5.
Toelichting mentor:
Geen probleem voor jou. Maar let op: Dwing respect af. Niet te veel vriendje worden.
3. Communicatief vermogen
Kun je je mondeling en schriftelijk helder uitdrukken?
1. 2. 3.x 4. 5.
Toelichting student op zijn ontwikkeling aan de hand van voorbeelden uit de stage:
Voldoende. Soms wel, soms niet.
Ik gebruikte op een keer de woorden ‘symbool’ en ‘allegorie’. Ik kon de uitleg van de verschillende begrippen niet helder formuleren.
Over het algemeen denk ik dat ik mezelf voldoende helder kan uitdrukken.
Soms moet ik me meer bewust worden van vakterminologie die voor mij vanzelfsprekend is maar voor leerlingen niet. Ik moet dan omschrijven wat ik met bepaalde woorden bedoel.
1. 2. 3. X 4. 5.
Toelichting mentor:
Je verbale vermogen is ongekend! Maar let op voor te veel een- richting. Let wat meer op hoe ‘de ander’ reageert. Komt je verhaal goed over?
Kun je samen met anderen lesmateriaal ontwikkelen en/of excursies organiseren?
1. 2. 3. X 4. 5.
Toelichting student op zijn ontwikkeling aan de hand van voorbeelden uit de stage:
Voldoende. Ik bedacht veel lessen kunst algemeen en ik paste de oude opdracht beeldend op mijn eigen manier aan. Er zijn veel verbeterpunten te noemen als het gaat om inhoud maar zeker ook om het op tijd regelen van dingen. Toch ben ik trots op wat ik aan lesmateriaal heb gemaakt. De opdrachten voor Kunst Algemeen die ik maakte. Maar ook de lessen Kunst Beeldend.
1. 2. 3. X 4. 5.
Toelichting mentor:
Lijkt mij geen probleem. Je neemt genoeg initiatief. Maar let op het bovenstaande.
Maak je gebruik van de feedback van je stagementor?
1. 2. 3.X 4. 5.
Toelichting student op zijn ontwikkeling aan de hand van voorbeelden uit de stage:
Ik denk dat ik de feedback van mijn stagementor heel serieus nam en ook daadwerkelijk bezig ben geweest om te groeien op de punten waarop hij zag dat er ontwikkeling mogelijk was.
1. 2. 3. 4. X 5.
Toelichting mentor:
Dat was uitstekend. Blog werkte heel goed. Al kon ik er niet altijd bij.
Ben je betrokken geweest bij het brede palet aan werkzaamheden van een docent? (Docentvergaderingen, rapportvergaderingen, mentoruren, sectievergaderingen, festiviteiten, ouderavonden)
1. 2. 3. 4.X 5.
Toelichting student op zijn ontwikkeling aan de hand van . voorbeelden uit de stage:
Ik ben mee geweest op excursie naar Rotterdam, vertegenwoordigde de kunstvakken tijdens de open dag. Ik ben naar de poëzienacht op het St. Bonifatius geweest. Ik ben naar de kerstfeestviering geweest. Ik surveilleerde tijdens de tentamenweken. Ik ben bij enkele vergaderingen geweest en bezocht te docenten- studiedag. En niet te vergeten alle activiteiten rondom het jubileum van Paul Budel.
1. 2. 3. 4. X 5.
Toelichting mentor:
Zelfs buiten mij om heb je je zeer betrokken getoond. Daar was veel waardering voor.
4. Omgevingsgerichtheid
In hoeverre heeft jouw visie op het vak zich gedurende de stage ontwikkeld en welke rol speelt daarin de visie van de school en de stagementor? Betrek daarin ook de verschillende visies op het vak (zowel praktijk als beschouwing) die op de opleiding besproken zijn.
1. 2. 3. 4. 5.
Toelichting student op zijn ontwikkeling aan de hand van voorbeelden uit de stage:
Ik vond het ontzettend boeiend om een vergelijk te kunnen maken tussen het St. Bonifatius College (traditioneel) en het Amadeus Lyceum (cultuur profielschool- nieuwe leren).
Ik moest wennen aan het feit dat leerlingen tot en met de 3e klas sterk gekaderde opdrachten kregen bij kunst beeldend. Bijvoorbeeld dat al het werk op a4 papier paste. Dat vond ik dan niet erg experimenteel. Ik leerde wel heel erg inzien dat deze manier zijn voor en zijn nadelen had. Want de sterk gekaderde opdrachten zorgende wel voor structuur. Ook het feit dat iedere leerling een aantal basisopdrachten moet maken en zo een ontwikkeling maakt vond ik wel mooi.
Het feit dat er op het Boni klassiek wordt les gegeven leek me voor ik de school in stapte wel saai. Maar het tegendeel bleek waar te zijn. Waar op het Amadeus alles mogelijk was en leerlingen heel veel vrijheid kregen merkte ik op dat op het Boni waar leerlingen met een gekaderde opdracht in de houtwerkplaats aan de slag gingen, kwalitatief veel beter werk gemaakt werd.
Ook het klassikaal lesgeven heeft voordelen. Leerlingen leren concentratie opbrengen.
Wat me tegen viel is de digitale mogelijkheden van de school. Ik vond dat er zeer weinig computers waren voor een hele school. Ook de computers in de lokalen waren niet super. De aansluiting met de dvdspelers en de beamers was soms echt slecht. Ook al wil de school graag de traditionele doceerstijl aan houden, ik vind dat ze qua digitale middelen met de tijd mee moeten gaan. Ze kunnen er ook voor kiezen om de traditionele stijl te combineren met goede mogelijkheden als het gaat om digitale media.
Ook de gesprekken met Paul waren waardevol.
De combinatie tussen probleem gestuurd onderwijs en klassiek lesgeven lijkt mij het mooist.
1. 2. 3. X 4. X 5.
Toelichting mentor:
We hebben daar meerdere gesprekken over gehad. Je bent er heel erg mee bezig.
Ben je op de hoogte van de discussies over onderwijs en kunsteducatie in
de media en welke rol speelt dat in de ontwikkeling van je visie?
1. 2. 3.X 4. 5.
Toelichting student op zijn ontwikkeling aan de hand van voorbeelden uit de stage:
Ik denk dat ik redelijk op de hoogte ben. Op studiedagen werd er op het St. Bonifatius College veel aandacht besteed aan de ontwikkelingen in het onderwijs. Doordat ik veel in contact was met collega’s in de kunstvakken bleef ik ook scherp betrokken. Het zorgt ervoor dat je op de hoogte blijft van de laatste ontwikkelingen in het kunstvak.
1. 2. 3. X 4. 5.
Toelichting mentor:
Ik vermoed heel veel.
Opmerkingen of advies stagementor:
Marjanne, ik heb je ervaren als een hele betrokken, enthousiaste, energieke (al koste dat zelfs veel van je gesteldheid!) stagiaire. Het klikte goed tussen ons en dat ligt niet alleen aan mij!
Ook jouw inzet in andere ‘buitenschoolse’ activiteiten vond en vind ik lovenswaardig.
Ga door met jezelf sterk maken: twijfel niet teveel maar vraag jezelf vaak: wil ik dit zo? En besef goed: je betrokkenheid op leerling en vak maakt je tot een aangenaam docente.
Datum:
05-04-2011
Naam stagementor:
P.J.M. Budel
Handtekening stagementor:
Bdr/tgk/mei09
Geen opmerkingen:
Een reactie posten